Ik geef jullie hier de vertaling uit het Frans naar Nederlands van een Japanse tekst. Deze werd gebracht op de ‘Amfis 2023’-dagen in Frankrijk, onder het thema: ‘Energie en atoomenergie: geschiedenis, keuzes, uitdagingen’
Wiebe Eekman (Elf Maart Beweging) 10maart 2024
(originele Franse versie van dit artikel)
Een pro-nucleair beleid ten koste van alles: Gelijkenissen tussen Frankrijk en Japan
Uit het Japans naar het Frans vertaald door Yûki TAKAHATA, auteur, vertaalster en anti-nucleaire activiste
We zijn erg blij dat we hier mogen spreken over het Fukushima ongeval en wat er in Japan gebeurt. In Frankrijk beseffen maar weinig mensen wat die kernramp betekende voor de Japanse slachtoffers. Frankrijk, dat het meest nucleaire land ter wereld is, zou veel kunnen leren van deze ramp.
Wel, we zien een grote liefde uit eigen belang tussen de leiders van Frankrijk en Japan. Zij delen dezelfde wens om kernenergie nieuw leven in te blazen. Wereldwijd is het aandeel van kernenergie in de elektriciteitsopwekking gedaald van een piek van 17,5% in 1996 tot 9,8% in 2021. Dat vertegenwoordigt slechts 4,3% van alle primaire energieproductie (of 2% van al het energieverbruik). De nucleaire industrie gaat dus wereldwijd achteruit. Frankrijk is de uitzondering door zijn buitensporige afhankelijkheid van kernenergie: het aandeel van kernenergie in de Franse elektriciteitsproductie ligt nog steeds in de buurt van 70% [RTE: in juli 2022 69%. vgl. Oekraïne 55%, Slowakije 52%, België 51%, VS 20%, Rusland 20%, China 5%, Japan 7%] Japan kon wel na het ongeval in Fukushima bijna 2 jaar (2013-2015) zonder al zijn kernreactoren, omdat het aandeel kernenergie in 2010 slechts 27% bedroeg.
In plaats van na deze ramp een echt energietransitiebeleid te voeren , zoals de meerderheid van de bevolking wenste; dwongen de Noda-regering en vooral de Abe-regering van de LDP de herstart van de centrales op, ondanks het verzet van de inwoners. De LDP is een extreemrechtse politieke partij die civiele kernenergie in Japan introduceerde en promootte. 11 reactoren zijn momenteel in bedrijf in Japan en sommige gebruiken MOX-brandstof, gemaakt in Frankrijk.
President Macron kondigde in zijn verklaring van februari 2022 de herlancering van de Franse kernenergie aan (bouw van nieuwe reactoren, levensduurverlenging van bestaande reactoren en modernisering van militaire kernenergie). Net zo kondigde de regering van premier Kishida in augustus 2022 haar voornemen aan om de heropleving van kernenergie op te nemen in haar plan voor “Groene Transformatie”, d.w.z. de bouw van nieuwe reactoren en de herstart en levensduurverlenging van bestaande reactoren. Deze beleidsoriëntatie werd in februari van dit jaar door de Raad van Ministers bekrachtigd.
Wat opvalt is dezelfde keuze, in beide landen, voor een antidemocratische gedwongen doorstart met een afgeblokt ‘publiek debat’, een erg korte termijn online consultatie, en besluitvorming zelfs voor bespreking in het parlement.
Andere gelijkenis: dezelfde ontkenning van de huidige werkelijkheid: de industrie van de 2 landen is niet in staat om een nieuwe reactor te bouwen. Toen we in 2014 defecte onderdelen en vervalsingen van documenten ontdekten in de Areva-fabriek in Le Creusot, bemerkten we dat het probleem ook Japan betrof, omdat veel van deze defecte onderdelen waren vervaardigd door de 2 belangrijkste Japanse smeedbedrijven 日本鋳鍛鋼 JCFC en 日本製鉄鋼 JSW. Dit onthult de incompetentie van de 2 landen op het gebied van veiligheid en controle, omdat aanvankelijk niemand de gebreken had ontdekt, noch in Japan, noch in Frankrijk.
Nog zonder over de EPR te spreken, stapelt de Franse nucleaire industrie problemen op, waaronder spanningscorrosie (scheuren in de leidingen). Wat Japan betreft, probeert TEPCO het hoofd te bieden aan de moeilijkheden, de een na de ander, in de beschadigde kerncentrale van Fukushima zonder die te kunnen beheersen: Er werd ontdekt dat er nu een groot risico bestaat dat de bodem van het vat van reactor 1 zou instorten. [http://www.fukushima-blog.com/2023/03/la-cuve-du-reacteur-1-de-fukushima-daiichi-menace-de-s-effondrer.html] La cuve du réacteur 1 de Fukushima Daiichi menace de s’effondrer – Fukushima 福島第一 (fukushima-blog.com)
Ondanks al deze tegenslagen en een verlies aan industriële kennis, willen de leiders van beide landen koste wat kost doorgaan met kernenergie. Daarvoor willen zij de gevolgen van het ongeval in Fukushima minimaliseren en verdoezelen. De Japanse regering doet dit door het communicatiebureau DENTSU rijkelijk te betalen, in plaats van de slachtoffers te helpen en de bevolking te beschermen tegen radioactieve besmetting. Ook de Franse nucleaire lobby is betrokken bij dit werk van desinformatie en manipulatie, opdat de mensen het idee zouden accepteren van een zo minimaal mogelijke evacuatie van de bevolking uit besmette gebieden.
De promotors van kernenergie waren al actief na Tsjernobyl, door drie programma’s te lanceren, Ethos, Core en Sage, gefinancierd door de EU. Die wilden de bevolking laten aanvaarden om in besmette gebieden te leven, onder het voorwendsel van verbetering van hun levensomstandigheden aldaar: In werkelijkheid hield dit in dat de bewoners zelf de risico’s op besmetting beheersten. De autoriteiten hoefden hen dus niet langer te voorzien in beschermingsmiddelen (bodem- en voedselmetingen, onderzoeken en sanitaire verzorging, hulp bij vestiging op een niet-verontreinigde plaats of tijdelijk verblijf voor de gezondheid, enz.).
Na de ramp in Fukushima waren het IAEA (opgericht in 1957 om civiele kernenergie te promoten) en de internationale nucleaire lobby er snel bij om te zeggen dat het ongeluk niet zo ernstig was. Het ICRP (International Commission on Radiological Protection), is een NGO van experten wiens aanbevelingen werden opgenomen in internationale stralingsbeschermingsnormen. Het werk en de methoden van de ICRP worden echter door sommige wetenschappers bekritiseerd, onder andere over de gevolgen van blootstelling aan lage doses.
In Fukushima organiseerden deze “experten” in 2012 bijeenkomsten met de inwoners (“dialoog-seminaries”). De hoofdrolspeler in deze operatie is een Fransman genaamd Jacques Lochard,, een econoom die destijds voorzitter was van de 4e commissie van de ICRP, maar ook directeur van een Frans orgaan, het CEPN (het Studiecentrum voor Evaluatie van Nucleaire Bescherming), opgericht in 1976 door EDF, Cogema (Areva) en de CEA (huidige leden: EDF, IRSN, CEA). Lochard had al na Tsjernobyl de leiding over de Ethos- en Core-projecten (hij is nu professor aan de Universiteit van Nagasaki in het Instituut voor Post-Atoombom ziektes) Deze nucleaire actoren steunen op de sterk gemediatiseerde Japanse NGO “Ethos in Fukushima” Die bagatelliseert de gevaren van straling voor de gezondheid en het milieu. Het principe dat zij hanteren heet “ALARA” (As law as reasonnably achievable): normen zo laag als redelijkerwijs haalbaar, rekening houdend met economische en sociale factoren. Het belangrijkste voor hen is daarom om de bevolking zoveel mogelijk ter plaatse te houden om de economie en het functioneren van de gemeenschap zoals vóór het ongeval niet te belemmeren, waarbij ze het risico minimaliseren en de kosten van het ongeval tot een minimum beperken.
Fukushima is zo een proeftuin voor het ontwikkelen van soortgelijke maatregelen en normen die zouden kunnen worden toegepast na een mogelijk ernstig ongeval in Frankrijk om zo de economie te redden en kernenergie tegen alle gezond verstand verder te zetten.
Civiele en militaire nucleaire programma’s zijn bedacht en ontwikkeld door mannen die in meerderheid worden gekenmerkt door arrogantie, onverantwoordelijkheid en minachting voor de gevaren waarmee de bevolking, en vooral nucleaire werkers worden geconfronteerd, in het Westen maar ook in de landen waar ze uranium delven. Macron is hier een karikatuur van. Vandaag is het de hoogste tijd om NEE te zeggen tegen kernenergie en zijn onmenselijke wereld.